Mijn verzen, die ik jong al heb geschreven,
Voordat ik wist een dichteres te zijn,
Als vuurwerk spattend, vonkend en vol leven,
Bruisend als een fontein,
En die als kleine duivels binnendrongen
In 't rijk dat vol van droom en wierook was,
Mijn verzen, die de dood, de jeugd bezongen,
- En niemand die ze las! -
Die op bestofte winkelplanken kwijnen
(Waar niemand ze een blik ooit waardig keurt!),
Mijn verzen komen, zoals goede wijnen,
Nog wel eens aan de beurt.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.