Mij, schaap, overkomt niets dan wat de herder wil,
wat het gras wil, de lucht,
wat de dam en de groene overkant.
En ik tors mijn wol mee of het verlies van wol,
en ik kijk vol overgave uit mijn
vochtige ogen. Ik ben gelukkig met wat ik heb.
De tijd verstrijkt als gras, door mij,
en elk verzet is hol. De bomen ruisen zinneloos.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.