Terwijl de middaghitte niet meer zindert,
tot stilstaan is verdicht, niets meer beweegt
en alles achter glasgeborgen lijkt,
begint een merel voor zich uit te fluiten,
zo zacht alsof hij in gedachten zoekt
naar iets dat ooit verloren ging, een woord,
een naam misschien die nu in jou ontwaakt,
zich niet meer noemen laat dan zacht
in sprakeloos hervonden samenzijn.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.