Stel de stoelen drijven
door het raam naar buiten
En ik die altijd dacht
dat ik geen hemel nodig had
om mijzelf aan vast te houden,
ik drijf mee.
Het water stijgt
tot alleen nog puntjes van kerktorens
en gouden hanen uit het water steken.
Blijkt dan dat ik bidden kan?
Smeek ik de onbekende hand van boven
of Hij ook alstublieft de mensen redt
die eigenlijk niet in hem geloven?
Noem ik hem slijmend Heer en hoeder zodat hij mij niet achterlaat?
Of hoop ik liever op een roeiboot met mijn moeder
terwijl ik eigenlijk wel weet dat zij allang niet meer bestaat.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.