Je moet maar durven. In de diepte razen de treinen en torsen de trappen het reizende volk.
Graven en boren deed huizen beven; je balanceert op een leegte van dertig meter.
Siddert de grond nog? Stad boven stad, leven op leven, stenen, wolk.
Uit de krochten gekropen, het wonder van de tunnels doorkruist?
Dwars door geschonden plaveisel naar boven; heeft daglicht je ogen belegerd, regen je wangen gekust?
Reiziger kijk omhoog en ga zitten. Passant, zet je tas neer en rust.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.