Auroramolen
Je was een oorlog lang gespaard gebleven
Maar kwam erna tot snel verval, een klap
Voor jou: de vraag naar maaltijd was maar slap
Al stond je molenaar goed aangeschreven
Je werd verplaatst, kreeg weer een zinvol leven
Door met je stander, wachthuis, stoere trap
Je gele kast en grijze borst, je kap
Bezoeker en passant iets moois te geven
Je klagend kreunen ieder ochtendkrieken
Een warm en schrijnend in memoriam
Betreurt de zwartste dag in jouw kronieken
Toen Hein op valse wind gevlogen kwam
En zo je mulder, bezig met je wieken
Arglistig uit het niets het leven nam
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.