Ruik, hoor, voel, verleden dampt hier
onbeschroomd uit kieren en kloven,
galmt na tussen tuinen en kruinen,
trilt onder elke tred. Eeuwen misten,
waaien, regenen je in het gezicht.

Hier wiegt het Graafschap Loon,
knooppunt van invloed en macht, als
spin en evenwichtskunstenaar in het
dubbele web van het Duitse Keizerrijk,
het Prinsbisdom Luik. De draden trillen
tot in Rieneck en Mainz, Chiny en
Chauvency, Holland en Noord-Italië.

En namen, talloze namen tuimelen door
je hoofd: Giselbert en Arnold IV,
Barbarossa en Agnes van Loon, Hendrik
van Veldeke en Christina de Wonderbare,
ieder haakt in voor een ingetogen reidans,
een geel-rood, rood-geel lint in de geheven
linkerhand. De rechterhand wuift ons toe
vanuit een vroeger naar een altijd nu,
schertst met de wetten van de tijd.