Aan eenen jongen visscher

Rozen zijn niet zoo schoon als uwe wangen,
Tulpen niet als uw bloote voeten teer,
En in geen oogen las ik immer meer
Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen.

Achter ons was de eeuwigheid van de zee,
Boven ons bleekte grijs de eeuwige lucht,
Aan 't eenzaam strand dwaalden alleen wij twee,
Er was geen ander dan het zeegerucht.

Laatste dag samen, ik ging naar mijn Stad.
Gij vaart en vischt tevreden, ik dwaal rond
En vind in stad noch stiller landstreek wijk.

Ik ben zóo moede, ik heb veel liefgehad.
Vergeef mij veel, vraag niet wat ik weerstond
En bid dat ik nooit voor uw schoon bezwijk.

Dichter(s): Jacob Israël de Haan

Locatie: Berkhoutlaan 3, Lisse, Nederland

Taal: Nederlands

Datum geplaatst: 6 november 2013

Relatie met locatie: bloembollenpoëzieroute

Initiatiefnemer: Adri de Roon

Boek: Liederen (1917)

Opmerkingen of wetenswaardigheden: fragment op de tegel: “Rozen zijn niet zoo schoon als uwe wangen, / Tulpen niet als uw bloote voeten teer, / En in geen oogen las ik immer meer / Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen.“ Deze steen werd (opnieuw) gelegd door wethouder De Roon als ‘opening’ van de tulpenroute tussen het dorpshart van Lisse en de Keukenhof. De andere tegels waren een week eerder al in het trottoir geplaatst. Het is niet overal meer even goed te zien maar hier nog wel: het woord tulp is op de poëzietegels ingekleurd, meestal rood, soms geel. Bij de narcissen en hyacinten is dat niet gebeurd. Die routes zijn vermoedelijk ook op een later moment gelegd, mogelijk in 2015. Een regel uit dit gedicht is ook verwerkt in het Homo-monument te Amsterdam: https://straatpoezie.nl/gedicht/aan-eenen-jongen-visscher-2

Meer info: http://adrideroon.nl/aan-eenen-jongen-visscher-jacob-israel-de-haan

Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.