1940
Aan Paul Julien
Dit is ‘t geen ik niet begrijpen kan
Dat, nu je de wouden van West Afrika in je ogen hebt gehad
En de eindeloos trieste cadans van haar regens over je hart.
Nu je in de nacht die vele geluiden hebt gehoord,
Die ‘t hart doen breken van pijn, door hun oeroude herkomst,
Nu je de grootsheid van de wilde rivieren zag en hun machtige gang,
De oneindige niet te omvatten smart van de palmboom bij avond–
Je toch nog leven kan onder deze kleine Hollandse regen–
Tussen onze kleine, gedempte huizen–
Bij het geluid van een fluitende man en een emmer op straat,
Onder onze lage, God zo lage hemel–
Dat is wat ik nooit begrijpen zal.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.