Een heuvel tilt je uit het leven van de oude Waalstad
in de stilte. Smal is de doorgang naar het laatste pad,
hemelhoog het huis. Wie over zijn genadedrempel raakt
ontwaart de zachte dood die korte metten met je maakt.
Hier begonnen dominicanessen missiewerk te plegen,
in het arme kind van de benedenstad dat van Bethlehem
verzorgend van de bakermat tot aan het openbare leven.
Nu ontfermen leken zich over de mens die er zijn heden
met het eeuwige verwisselt, al maar reizend in zijn bed
van wie hij is geweest naar waar hij straks zal wezen.
Boven kijk je op de brug uit die het brede water overspant.
In een ommezien zul je verdwijnen naar de laatste overkant.
Toorops engelen geven vrijgeleide, het Gedenkboek baart
je naam wanneer de klok luidt en je Bethlehem uit vaart.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.