Op het plein van de gekoppelde liefde,
stort gietijzer geklodderd ineen.
Alleen, als een bulldozer,
eenzaam op het strand.
Weg, murw, uit zee gebrand,
vormt zijn stalen muur,
de golven van het zand.
Dichtend in het bos,
de boulevard van het Zijn,
ligt bedekt onder mos;
schoon is die schijn,
mijn schaduw.
Wees alles! Wees iedereen!
Een lantaarnpaal op een geblokt plein,
een duif op een bankje.
Een oude man,
hoofd boven de horizon.
‘Gewoon beleven’,
dat was hoe het begon.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.