Byschriften op de twalef maenden

...
De blijde Grasmaent voegt een muts met groene pluimen,
Het vrolick grasgroen kleet, de bloemkorf, tulp, en luit.
De huisman jaaght de koe in ‘t gras, den koestal uit,
En melckt en karnt: ‘t is tijt de stat, om ‘t velt, te ruimen,
Om bloemhof en om bron, om lusthof en prieel.
De Lente noot de jeught: de Winter heeft zijn deel.
...

Dichter(s): Joost van den Vondel

Locatie: Coördinaten: (52.265423, 4.547715)

Taal: Nederlands

Datum geplaatst: 6 november 2013

Relatie met locatie: bloembollenpoëzieroute

Initiatiefnemer: Adri de Roon

Boek: Verscheide Gedichten; bestaande in zegezangen, klinkdichten, lof- en eerrijmen, bruiloftdichten, lijk- en grafdichten, mengelrijm, en zangen (1644)

Opmerkingen of wetenswaardigheden: Het fragment op de tegel is het hele couplet over de maand april, de grasmaand, zoals hierboven Joost van den Vondel (1587-1679) was de Shakespeare van Nederland. Hij werd geboren in Keulen als zoon van geloofsvluchtelingen uit Antwerpen. Het gezin vestigde zich uiteindelijk in Amsterdam waar zijn vader in 1597 een zijdehandel opende, die Vondel later voortzette. Al op jonge leeftijd begon hij met dichten. Hij werd lid van rederijkerskamer ‘Het Wit Lavendel’ maar zijn werk ontsteeg dat niveau al snel. Hij leerde klassieke talen om beter onderlegd te zijn en vertaalde verschillende klassieke werken. Gedurende zijn lange leven en carrière schreef Vondel 33 toneelwerken, meest tragedies. Zijn onderwerpen vond hij in de bijbel en de mythologie. Hij gebruikte die thema’s om commentaar te leveren op politieke en religieuze kwestie uit zijn tijd. Soms betekende het dat zijn werk niet op de planken mocht worden gebracht. Ook in zijn dichtwerk schuwde hij commentaar en de controverse niet. Zijn hekeldichten zijn berucht. Maar hij schreef ook allerhande andere verzen: odes, elegieën, gelegenheidsgedichten. Het couplet hier op de hoek van Stationsweg en Van Luyndenweg in Lisse viel in de categorie ‘mengelrijmen’. De Duitse, in Amsterdam wonende schilder Joachim von Sandrart werkte tussen 1637 en 1643 in opdracht van keurvorst Maximiliaan van Beieren aan een serie van twaalf schilderijen die de maanden verbeelden. Van die prestigieuze opdracht werden ook etsen gemaakt zodat een groter publiek er van kon genieten en er extra aan verdiend kon worden. Bij die set van twaalf etsen werden bijschriften afgedrukt. Van Baerle, een vriend van Vondel, schreef een serie Latijnse teksten. Vondel nam een Nederlandstalige versie voor zijn rekening. De teksten kwamen gereed in 1643. Een jaar later nam Vondel de tekst op in een verzamelbundel van zijn werk.

Meer info: http://adrideroon.nl/joost-van-den-vondel-1587-1679-grasmaent de complete ‘twalef maenden’ van Vondel, incl. de etsen naar Sandrart. De prent voor april was van van Jonas Suyderhoeff: https://www.dbnl.org/tekst/vond001dewe04_01/vond001dewe04_01_0094.php

Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.