Tantum ergo
De Bibliothecaressen
Als kind ging ik graag wekelijks op audiëntie bij de hofdames
van de boeken in de rekken, rijtjes kastelen waarin prinsessen
zich verscholen en toveren een alledaagse bezigheid was.
Zij hadden met haar kaartenbakken het overzicht en ik het uitzicht
op wat ik nog kon lezen, kon leren. Groter kon mijn geluk niet zijn dan
al dat weten en die cultuur in de toekomst.
Helaas, nu zijn zij verdwenen en vind ik alom meisjes van plezier,
lokettistes, dames voor in een snackbar, Lekkere kroketten dat wel,
maar ik zoek de boeken en de kennis bij de bibliothecaressen;
in dit land vol barbarij, de Jeanne d'Arcs, de strijdsters
voor kunst en cultuur. Musea sluiten, kerken gaan dicht en boekhandels
redden het niet. De bibliotheek het laatste bastion voor de cultuur?
Daarom hoop ik dat zij, mijn hofdames van weleer
en soms een mysterieuze schone uit duizend en een nacht,
nu uit het sprookje treden en tot krachtige, strijdbare koninginnen worden
die nog steeds weten waar de boek staan en wààr je wàt je kunt lezen.
zij die werken in de bibliotheek, een uitgelezen oord. Geen uitverkoop,
maar adel van de geest, waarachtigheid zoals dat eerder is geweest.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.