4.
Het tuinpad opgeharkt, met koele handen
geniepig gras en onkruid uitgetrokken,
de laatste galm vernomen van de klokken
en uitgekeken over akkerlanden
vier zwaluwen gezien die nog niet zaten.
In graspollen en perken vurig open
paaslelies met haar kelken van geel koper.
De haard gedoofd, het water afgelaten,
reisvaardig in de deur van de verlosten,
het avondrood als pascha aan de posten.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.