Een holle halm, een ruisend riet,
Een dromer die het wuiven ziet,
En, om zo de eenzaamheid te wijden,
Het tot een kleine fluit komt snijden,
Een ademtocht en dàn – het lied.
Dit was uw wens, een stem, o plant?
Hij wordt vervuld: een kleine hand,
De hulp van twee volleerde lippen,
Doen jubelend uw ziel ontglippen,
En heersen over ’t lage land.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.