Je zult ergens moeten beginnen om het verleden een plaats te geven, het heden doet er steeds minder toe. Hoe verder je bent, hoe beter. Ga maar door nu, Letters 1-124 Ruben van Gogh
laat je sporen na. Vergeet de flits waarin je mag bestaan, de wereld is je stratenplan. Was er een tijd dat je een ander was: die ging voorbij. [Letters 125-240 Ingmar Heytze]
Je bent die ander al. Je bent, zoals je weet, van dit verhaal de spil. Dit is de eeuwigheid. Die duurt. Die heeft de tijd. Ga daarom op in je verhaal en zwelg. Vertel. [Letters 241-374 Chrétien Breukers]
Vertel ons wie je bent met elke stap. In ons verhaal verdwijnen wij vanzelf, en enkel jij blijft over op den duur. Jij en deze letters, die uit steen gehouwen zijn. Zoals de letters op ons graf. [Letters 375-532 Alexis de Roode]
De barsten in de Dom. Naar de hemel opgestoken als een wijsvinger, om de schuldigen aan te duiden en meer tijd te eisen. Zodat we weer rechtop kunnen gaan, als mensen langs de Gracht. [Letters 533-682 Ellen Deckwitz]
Die naar hun voeten staren. Kijk omhoog! Zie Utrechts kerken uitsteken boven het maaiveld. Hef de handen, smeek met de torens om dit voorrecht: te zijn, nu te zijn. Het is mooi weer. [Letters 683-832 Mark Boog]
Staar maar verder. Het leven is getuige van je blik op de horizon. Jouw voetstappen verbinden het verleden met geschreven letters. Alle seizoenen herkennen zich in deze oneindige stad. [Letters 833-988 Baban Kirkuki]
Hier – het woord – is drijfzand, een hittegolf gestoeld op een bevroren gracht. Spo […] [Letters 989-1157 Vicky Francken]
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.