De moeder de vrouw (4)

Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in 't gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd -
laat mij daar midden uit de oneindigheid
een stem vernemen dat mijn oren klonken.

Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,

en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.

Dichter(s): Martinus Nijhoff

Locatie: Coördinaten: (52.331998382069436, 4.806906672402227)

Taal: Nederlands

Datum geplaatst: mei 2025

Relatie met locatie: Dichter bij de Oeverlanden

Initiatiefnemer: Josie Dubbeldam en Nico Jansen (Vereniging “De Oeverlanden blijven!”)

Boek: Nieuwe Gedichten (1934)

Opmerkingen of wetenswaardigheden: Het bordje staat aan de uiterste rand van De Oeverlanden, boven op de Oude Haagsebrug, bij de voetgangerstrap. Een jaar eerder werd de vorige brug op deze plek gesloopt; hij had bijna 90 jaar dienst gedaan en was aan verval onderhevig. Eind augustus 2024 werden de twee overzijden weer buren. Dit gedicht is in Amsterdam nog op een tweede plek te vinden: aan de Jacob Catskade. Je kunt er van hier makkelijk naar toe varen: over de Nieuwe Meer, de Schinkel en door de Kostverlorenvaart. Ook in Zaltbommel is het gedicht twee keer op straat geplaatst.

Meer info: - de andere versie in Amsterdam: https://straatpoezie.nl/gedicht/de-moeder-de-vrouw-3

Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.