De bloesem wekt bewondering, men vreest
haar aan te raken, want het kan gebeuren
dat jonge blaadjes van de stengel scheuren
tot een verwonding die niet meer geneest.
Maar als na ’t einde van het voorjaarsfeest
die zelfde takken zware appels beuren,
kijkt men verlangend naar de diepe kleuren
en strekt de handen naar het geurig vlees...
Dan blaft de hofhond en men schrikt terug
of als men moedig is, probeert men vlug
een schone, roodgeronde vrucht te stelen...
Maar ach, hoe zelden voelt men zich tevreden!
De goede appels vallen naar beneden.
De andere zijn meestal zuur of stug.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.