Waar is het goed voor, die blinde aanvalsdrift?
Hoe ze altijd weer gaan, het zijn de enige
pogingen die nooit volstaan. Want wie krijgt
inzicht in het braille van een gebalde finale?
Zit daar toch die ene slim te wezen. En te wachten
op het uitgelezen moment. Elke spier van armen
en dijen gespannen, de blik vol vuur
en concentratie. Een winnaar in elke vezel.
Vervuld van ongeduld. Op vinkenslag, klaar
om te exploderen. Nog even de tegenstanders
doorgronden, op hun rivaliteit speculeren.
Is het dan nu de tijd. Eén seconde, één aarzeling
is genoeg om te demarreren. Om als een bliksemschicht
onder het spandoek van de laatste kilometer te springen
en vijftig meter te pakken. Je kunt er donder op zeggen:
die gaat het uitzingen, die zet de rest te kakken.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.