Een schaduw van steen
lijnt ons uit zwart op wit.
Tegels banen het licht
en de ruimte van de dagen
en de nachten. Wat stil maakt
raakt woorden in ons. De nacht
stapt aarzelend over de stoep
en strijkt het grijs uit mijn haren.
Binnen het ijs van stemmen
hoor ik het tikken van werelden.
Zo doodgewoon geeft het licht
me een hand dat mijn vingers tinkelen.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.