Er moet een tijd zijn geweest dat ze machteloos op de oever stonden, onze voorouders, wachtend tot het water zo ver gezakt was dat ze erdoor konden waden stap voor stap naar de andere kant
Plekken met laag water daar staken ze met hun vee rivieren over en zelfs zee-engtes. Tot er iemand keien in het water gooide als stapstenen, of stevige staken samenbond met takken: de eerste brug
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.