In de bloedige warmte van de kotten,
wie durft nog te lezen?
En wie durft
in het splinterveld van de ondergaande zon,
tijdens de vloed van de hemel en
de eb van de aarde nog
op reis te gaan, waar ook heen?
Wie durft
met de ogen dicht stil te houden op het dieptepunt,
daar
waar zich altijd nog weer
een laatste wuiven voordoet,
een dak,
een beeldschoon gelaat of desnoods een hand,
een hoofdknik, handgebaar?
Wie durft zich met een
gerust hart weg te laten zinken in
de droom die over het bittere leed der kinderjaren heenspoelt
en de zee als een
handkom water naar je gezicht tilt?
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.