Dichter(s): Hanneke Leroux

Locatie: Groeneweg 27, 2801 ZA Gouda, Nederland

Taal: Nederlands

Datum geplaatst: 8 maart 2020

Relatie met locatie: Het gedicht staat op het informatiebord over Geertje Dircx (geboren tussen 1610 en 1615 en overleden in of na 1656) aan de gevel van de Casemirschool, dat voorheen een tuchthuis was. Geertje was het kindermeisje van Titus, de zoon van Rembrandt en Saskia Uylenburgh (1612-1642). Na Saskia’s dood in juni 1642 begon Rembrandt een verhouding met Geertje die duurde tot 1649. Rembrandt werd verliefd op haar en schonk haar een aantal ringen van zijn overleden echtgenote Saskia. Zij leefden openlijk als man en vrouw. In mei 1649 kregen ze ruzie, waarschijnlijk als gevolg van Rembrandts liefde voor zijn huishoudster Hendrickje Stoffels. Het hof bepaalde dat Rembrandt alimentatie moest betalen op voorwaarde dat ze Titus als enige erfgename behield en ze geen van Rembrandts verkregen bezittingen zou verkopen. Toen ze opnieuw een aantal zaken verpandde, lukte het Rembrandt om Geertje in 1650 te laten opsluiten in het Spinhuis in Gouda, een tuchthuis voor vrouwen. Haar broer Pieter en neef hielpen Rembrandt door een aantal buren van Geertje verklaringen te laten afleggen over haar handel en wandel. Ze werd veroordeeld tot twaalf jaar opsluiting. Pas na vijf jaar lukte het haar vriendin Trijn Jacobs uit Edam haar vrij te praten, terwijl Rembrandt brieven naar de Goudse magistraat stuurde waarin hij eiste dat Geertje nog moest worden vastgehouden. (Bron: het informatiebord en Wikipedia)

Initiatiefnemer: Maurits Tompot en Hanneke Leroux in samenwerking met ANWB.

Naam invuller: Pieter Stroop van Renen