Herleven de Nachten

Snel en hoog, in die nacht, witte wolken.
Hoog, witte wolken snel langs de maan.
Maar laag aan mijn voet daar wiegden narcissen.
Een klein soort narcissen, die liefelijk geurden.

Wanneer ik reeds slapen zou, nóg zouden geuren
Deze narcissen, zonder verpozen.
Hun geur werd door nachtlijke stroming gedragen.
Reeds spoedig onmerkbaar, steeds ijler verdund.

Verandert de nachtwind in kleur en gedaante
Naarmate hij zon en het oosten passeerde,
Steeds verder, naar wat van het oosten het oosten is,
Voert hij die geur, - want niets kan verdwijnen.

Naar wat van Arabië zuidwaarts zich uitstrekt.
Verandert van richting, van koude, van warmte.
Splitst voor ‘t gebergte, rust in de wouden.
Een vleugje bereikt ook de nutloze noordpool.

Het dwalen duurt voort tot het eind van de wereld.
Misschien zal een deel van die geur, maar heel weinig,
Nog eenmaal dezelfde plek overstrijken
Waar langen tijd terug de narcissen bloeiden.

Die plek, - na eeuwen onkenbaar veranderd.
Geen tuin, maar een ijsvlakte of een woestijn.
Een stad of een zee, of een tuin weer met bloemen.
Een veld vol narcissen, een weg of een woud.

Maar eens zal weer keren diezélfde maannacht.
Diezelfde wind in diezelfde April.
De geur der narcissen zal dan weer verwaaien
En boven mij varen de lichtwitte flarden.

Op ‘t einde des levens, het einde der tijden,
De dag van het oordeel, waar alles ineens is,
Herleeft het voorbije waar alles reëel is,
Herleven de dagen en alle nachten.

Dichter(s): Jan Hanlo

Locatie: Kanaalstraat 50, Lisse, Nederland

Taal: Nederlands

Relatie met locatie: bloembollenpoëzieroute

Initiatiefnemer: Adri de Roon

Boek: Verzamelde Gedichten (1954)

Opmerkingen of wetenswaardigheden: fragment op de tegel: Snel en hoog, in die nacht, witte wolken. / Hoog, witte wolken snel langs de maan. / Maar laag aan mijn voet daar wiegden narcissen. / Een klein soort narcissen, die liefelijk geurden. Jan Hanlo (1912-1969) schreef poëzie en later ook proza. Geboren in Nederlands-Indië, groeide hij na de scheiding van zijn ouders op in Deurne. Hij begon relatief laat met het schrijven van poëzie, in 1944. Hoewel hij genoemd wordt als één van de Vijftigers volgde hij eigenlijk zijn richting. Zelf legde hij een verband met De Stijl. Eenvoud was in die kunststroming een uitgangspunt; ontwerpen werden teruggebracht tot hun elementaire vormen en kleuren. Hij schreef daar ooit over: ... ik zou willen dat ik ... met betrouwbaarheid de goede smaak had gediend, d.w.z. de ballast vermeden, de sentimentaliteit ontvlucht ...” Berucht werd hij met het gedicht ‘Oote‘ dat in zijn eigen woorden uit “kinderbrabbeltaal” bestond. Ook ‘De Mus’, waarin het woord ‘tsjielp’ twintig keer herhaald wordt is inmiddels een klassieker. Vanaf 1958 woonde hij in Valkenburg om zijn moeder te verzorgen. Tegenwoordig is daar een poëzieroute met zijn werk te vinden. Hanlo overleed in 1969 bij een motorongeluk in het Heuvelland. Dit gedicht is niet het enige van Hanlo hier in Lisse. In de vestibule van de bibliotheek hangt zijn gedicht: ‘Ik noem je bloemen etc.’

Meer info: http://adrideroon.nl/herleven-de-nachten-jan-hanlo Wiel Kusters ziet een verband tussen dit gedicht en dat van Wordsworth dat aan het begin van de Kanaalstraat ligt: https://www.dbnl.org/tekst/_taa008197501_01/_taa008197501_01_0057.php

Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.