Het daget uyt den Oosten

...
Nu vlecht een Cranselijn van wit en roode roosjens,
Van Venckel en van Tijm, van bruyn en blancke sloosjes,
Van paersche Vyolet, van sprenckeld Angelier,
Ick acht geen Turcksche Tulp, noch Keysers Kroone dier,
Daer de bloem-gecken dwaes soo veel gelts aen verquissen,
Ick hou een Leely wit, of dubbelde Nartsissen
Al veel reuck-rijcker, en veel schoonder in het oogh;
Doch 't oordeel van de mensch die heft ten Hemel hoogh
De dingen die natuur op Aerde minst mach sennen;
Doch den verstandelaer, kan schoonigheyt erkennen
In 't geen de miente man door quae gewoonte braeckt:
Die siet dat Godt elck ding hoog-prijslijck heeft gemaeckt.
...

Dichter(s): G.A. Bredero

Locatie: Kanaalstraat 94, Lisse, Nederland

Taal: Nederlands

Relatie met locatie: bloembollenpoëzieroute

Initiatiefnemer: Adri de Roon

Boek: Spel, op 't liedt Het daget uyt den Oosten (1638)

Opmerkingen of wetenswaardigheden: fragment op de tegel: Ick acht geen Turcksche Tulp, noch Keysers Kroone dier, / Daer de bloem-gecken dwaes soo veel gelts aen verquissen, / Ick hou een Leely wit of dubbelde Nartsissen / Al veel reuck-rijcker, en veel schoonder in het oogh G.A. Bredero (1585-1618) werd geboren in Amsterdam op 16 maart 1585, zoon van een schoenmaker. Hij leerde het vak van kunstschilder bij François Badens maar er zijn geen doeken van hem bekend. Zijn dichtwerk daarentegen gaat mee tot op de dag vandaag. Nog steeds worden zijn toneelstukken, met name zijn kluchten, opgevoerd. Anders dan bijvoorbeeld Vondel en Hooft verwerkte hij daar Amsterdamse volkstaal in. Naast de kluchten en blijspelen schreef hij ook enkele tragedies, zoals ‘Het daget uyt het Oosten’. Dit treurspel is ontstaan rond 1615 maar werd tijdens Bredero’s leven niet uitgegeven. Het moest voor het Verzameld werk in 1638 nog afgemaakt worden door ene M. van Velden. Bredero gebruikte een Middeleeuws lied als uitgangspunt. Daarin wordt de geliefde van een schone dame vermoord door zijn rivaal. Daarop graaft zij zijn graf en treed vervolgens in een klooster. Een dergelijke driehoeksverhouding speelt ook in dit werk van Bredero met dat verschil dat de dame, Margriet genaamd, niet net zo onschuldig is als haar Middeleeuwse inspiratie maar beide heren schijnbaar aan het lijntje hield. De uitkomst is echter eender: een dode en een groot verdriet. De regels op de tegel komen uit de derde scene van het eerste bedrijf. Daarin prijst Margriet haar eigen schoonheid. Wbt de andere bloemen: de ‘Keysers Kroone’ is de Fritillaria imperialis, ook een bolgewas en voorjaarsbloeier; sloos komt slechts één keer voor in oud-Nederlandse teksten, het is waarschijnlijk de Primula.

Meer info: http://adrideroon.nl/het-daget-uit-de-oosten-g-a-bredero

Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.