Het land is platgebrand en het werd koud. IJskoud.
Om precies te zijn eenentwintig graden onder nul.
Tijdens een persbijeenkomst hebben we alles opgebiecht.
We zitten dicht tegen elkaar aan en spelen gezelschapsspelletjes
op een terrein dat ’s nachts geopend blijft.
De lucht smaakt onderhand naar zout maar zingen
houdt ons warm: kom bij ons zitten, maak het je gemakkelijk,
tenslotte is er iets te vieren. Eerst doven we de lichten
en vervolgens blaast de wind met kracht in je gezicht.
We brachten flessen wijn en picknickmanden mee.
Met zo’n begin zou iedereen tevreden moeten zijn.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.