Zo weerbarstig als de dijk,
die zich verzet tegen de zee,
zag hij uit over zijn Harderwijk.
Hij vreesde voor later
in brak water.
Nog altijd staart hij
de uitvaart van verdreven botters na,
hij huilt als de stormwind
om het verloren vissersrijk van zijn
geliefde Harderwijk.
En onder de flappen van zijn hoed
rijpte toen al een ander plan voor
een vissersstad met nieuw elan
met gast en arbeidsman.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.