1
Een nacht hing de gekruisigde op stal
voor hij werd afgenomen van de ladder,
in pekel, schouw en weckflessen begraven.
Winterkoninkjes bewogen in zijn dood,
waaiden als droge bladeren door de struiken.
Hun spitse snavels pikten het niet weg.
Zie, varkensziel de maan stijgt op,
zijn ronde stempelneus ruikt aan de aarde.
Die zijn leven met gegil begon en aan een messteek
stierf, kan geen afscheid nemen van zijn hok.
2
Gekruisigd varken, rose zak vol ingewanden,
geschoren schaamte, monsterlijke baby,
dampende geboorte van de dood.
Populieren slaan hun bladen om
en prevelen gebeden in de kathedraal van wind.
We krabben op de rug en achter oren:
we kunnen ons verschansen in de kerk.
We kunnen ons verbergen achter de collectezak.
Gezang en preek veranderen niks:
gepiep van muizen in een uilenklauw.
Het is in ons als duister in een ton
en in de zilveren sporen van de slak.
3
Grillig stolsel, geaderd als een wereldbol.
Bruin aanhechtpunt voor web en stof
en baken bij het binnenvliegen van de vleermuis:
wie durft hem aan te pakken van de boer.
Een riet glijdt door bespuugde palm,
de foekepot begint zijn duister reizen.
"Rommelpotte¬rij, rommelpot¬terij,
geef me ne cent, dan ga 'k voorbij..."
Bruine bladeren hurken samen in geel gras.
Alleen de weegbree, groen oor van
de aarde, wil nog wortelen waar bloed vloeide
en seint berichten vooruit naar de hel.
4
De hofhond grauwt, schudt van zich af
herinnering aan kou die komen gaat.
Zijn oren kletsen. Binnen bonken hoeven,
rinkelt de koeienrozenkrans van kettingen.
Mos betast het strooien dak en
luistert naar een knagend spreken.
Sneeuw, geweekte zegels van geweigerde
gebeden, daalt in het donker af.
Zwaar staat mestlucht om de boerderij.
Rond de schouw zweert wasgoed samen.
Wie zal er dit jaar sterven op de strozak
en gegeten worden door het zwarte varken?
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.