Waar vrolijk klinkende “Krakeling”
kraaiende kindergeluiden je
soms om de oren vliegen.
Oh, schone stadstuin, te midden van
Witte Wieven, verleidelijk als
gezang van Sirenen.
Lonkend naar omwonenden tot
het nemen van rust en het
telen van groenten.
Waar egels schuil gaan en ‘houtvogels’
uitvliegen als vleermuizen
rond zonsondergang.
Knarsende fietssloten doen katten
opkijken en kikkerconcerten
heel even verstommen.
Oase van inheemse rust, waarin
een dichtslaand hek je weer uit
gedachten haalt.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.