Ik heb je naam gehoord toen ik hier kwam.
Men was jou nog niet compleet vergeten,
wist dat je stamt uit Amsterdam
en iemand sprak van Warmenhuizen
of was het daar te koud voor jou
en bracht kilte je naar deze grond?

Kijk rond, tel de mensen, voel de februarikou.

Ik heb je naam gehoord toen ik hier kwam
maar of jouw leven warm was
of dat je last had van de kou,
dat weet ik niet en evenmin
of je God, gebod, een vrouw, een man
of wie dan ook liefhad of met jou verbond.

Kijk rond, tel de mensen, voel de februarikou.

Ik heb je naam gehoord toen ik hier kwam.
Maar of verdriet je sterven deed in onze stad
of dat je dood een toeval was of het einde
van veel leed, denk niet dat ik het weet.

Ik ken je naam, Martino,
je leeftijd, je geboortestad.
Niet wat jou bewoog,
niet wat het leven met je deed.
Maar kijk rustig rond, voel de kou, verdwijnen uit de grond.
Wees welkom, nu het nog nauwelijks kan,
welkom in Alkmaar; rust in vrede, beste man.