Op deze vredige eerste zomerdag loop ik door een mist van eeuwen, terwijl vrachtwagens zich door bochten wringen en het geluid van boor- en schuurmachines alles overstemt, uitgestorven vlindervleugels, gierzwaluwen ongrijpbaar als het verleden en onder mijn verminkte voeten liggen sinds mensenheugenis schedels en knekels begraven zover het oog rijkt, opmerkelijk goed bewaard in de diepzwarte grond waarop de stad is gebouwd.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.