In vaders lusthof stonden vele bomen
die vruchten droegen, ieder naar zijn aard,
zoals hij dat gezien had in zijn dromen.
Die lusthof was dan ook fortuinen waard,
maar dan fortuinen die niet zijn te wegen
en die men slechts met hart en ziel vergaart.
De boomgaard was aan de rivier gelegen,
een slome beek, des zomers sterk vertraagd,
maar woedend soms na nachten zat van regen.
Die ligging heeft mijn vader uitgedaagd
om een keer iets te scheppen in zijn leven
dat blijvend was, door niemand werd belaagd.
Aan die rivier die vruchtbaarheid zou geven
kocht hij wat grond en plantte boom na boom
om zin en onzin zuiver uit te zeven.
Want in die hof verloor hij schrik en schroom.
Denkend aan Westerhoven
Omdat mijn vader graag een boomgaard wilde,
bij voorkeur aan een kleine beek gelegen,
hield niemand zijn verwoede streven tegen,
totdat het lot zijn vage honger stilde.
Dat is nu meer dan vijftig jaar geleden;
vol hoop ging het op Westerhoven aan:
het avontuur van een bezield bestaan
vond grond en geest in vaders Hof van Eden.
Een droom gedijt als hij met zorg omgeven
de kans maar krijgt gestadig uit te groeien.
De jonge boompjes gingen voluit bloeien:
Voorzeggend teken een vruchtbaar leven.
Aan Westerhoven dank ik zo een jeugd
die alles gaf waarin een kind gedijt.
Hier lag voor mij, in ruimte en in tijd,
het grondvlak waar mijn pen zich in verheugt.
Als ik mijn achterwaartse verzen schrijf
die de natuur als bron en waarpunt hebben.
Zo'n jeugd is water dat niet weg kan ebben.
Kristallen basis voor mijn geest en lijf.
Nu ouderdom zich langzaam aan gaat dienen,
herinnering een groter plaats inneemt,
denk ik terug aan beek en bos en beemd
waar ik de ziel zag van het ongeziene.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.