Ist alles wisseling waar we ook onze oogen wenden,
De tijd bouwt weder op, terwijl zijn hand verstoort.
Hier golfde eens de zee, waar nu de akkers tieren,
En uit vermolmd qebeent' kwam nieuwe groeikracht voort.
En evenals natuur herrees in schooner luister,
Bestraalde ook hooger licht het menschelijk verstand.
Hier toch waar 't heidendom orakeltaal deed hooren,
Staat nu ter eere Gods het dierbaar kruis geplant.
Laat dan de wufte tijd ook eens deez' heuvel sloopen,
Ligt rijst nog schooner plek in dit bekoorlijk oord —
Maar dan zelfs als heel d’ aarde haar einde is genaderd,
Brengt toch de leer van 't kruis haar vruchten eeuwig voort.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.