De aarde bleek geen schoot en ook
de wind is niet gaan liggen. Je was
al dood, zo ver als sterren of als sneeuw.
Zo koud jouw lichaam. Al wat je was
is weer voor jou, stil, zonder naam.
Je weg kent geen verhaal; je hebt
je voetstap nagelaten. Wit daalde
je wezen. Alles werd klaar. Jij werd
verwacht, gedragen, in handen
genomen, losgelaten als winterse
neerslag in de armen van de aarde.
Je bent niet verlaten. Je bent gebracht.
Vogels trekken een V in een lucht
die zacht gesponnen wacht. Vrede
kleine, in de minne van deze stad.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.