Kleurrijk begon hier de tijd,
langzaam de ruimte.
De rivier was een hand
die stroomruggen opwierp:
de mens zocht er toevlucht,
bouwde er onderdak,
toomde het water in
tot het beheerst was, ver-
sneed met sloten het land
tot een mozaïekvloer.
Uit wijkplaats en tuinbouwgrond
waste de toekomst;
toen die aanbrak verrees
langs de zichtlijn een skyline:
stond daar Leidsche Rijn.
Van veengebied
tot drooglegging, van boerenerf
tot vinexperceel:
een toevluchtsoord voor velen.
Van drijvende vloer
onder vele verledens
tot dak boven wie hier
van waar ook maar neerstrijkt
in de kleurrijke ruimte,
in de langzame tijd.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.