Elke dag kom ik ze tegen
in een Houtens plantsoen
tijdens het coronaommetje
we groeten elkaar beleefd
in stilte aan de waterkant.
Stil? In de lente stroomt het sap
zij spreidt haar armen verleidelijk
wachtend tot hij eindelijk komt
hij wijkt stram naar achteren
knoestenkop vol verlegenheid
kijkt weg in de lucht of vlucht
naar z'n spiegelbeeld in het water
of is hij tot in z'n tenen verstijfd
mdat een wandelaar hem heeft
betrapt in een woeste paringsdans?
Elke dag ontdek ik iets
bijzonders in mijn buurt
van het knotwilgenleven
begrijp ik nog altijd niets
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.