Een brug bestaat bij de gratie
van een kloof, een leemte
die gracieus wordt geloochend
door de brug
De brug in kwestie is een bruggetje
dat groeit naar de overkant
met boomstambalustrades –
nagalm van het parkbestand:
natuur robuust nagebootst
Het bruggetje verraadt gratie
kronkelt zich wulps
over glunderend water
vervlecht zich zwierig
boven de snede
Het bruggetje slaat een brug
tussen
Hemelboom en Koningslaan
tussen
Krimlinde en Jugendstil
tussen
fietsspaken en staartpennen
tussen
aardwormen en straatstenen
De brug kromt zijn rug, laat trots over zich heen
lopen, strekt zich en omarmt
de breuk, stelpt de wond
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.