Kom maar binnen,
de trap op,
tweede deur rechts,
en veeg je voeten niet.
Laat gerust sporen na
ik weet dat je er was.
Zet alles open
de kasten, de nacht
en liever nog je oren.
Hoor hoe ik afwezig ben.
En toch.
Ondichtbaar zicht te vinden
op de grens van je handpalm
als je zinstil
mij in dozen stapelt
en het behang doorbladert.
Daar in de lucht ben ik.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.