Tussen Mheenlanden en Drielanden, in
deinende stilte van het Wolderwijd,
waar ooit zeemeeuwen meerkoeten werden
en langs het Randmeer, waar nu rietkragen
vergane scheepsverhalen tussen het
oude en nieuwe land uitzwaaien,
stuur ik, komend van Stientje van Hierden
richting de Boulevard aan het Randmeer,
mijn rijwiel langs grazende verbazing.
Aan de kade bij het Waterfront wacht
het vissersvrouwtje in versteende hoop
op elke thuiskomst van haar geliefden.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.