Hemelgroen was het. En groei sloeg kaal. Ineens
verdorde de stilte als gras. Tijd schiet pijlen door
gelijke straten, leent horizonten uit en brengt ze
niet terug, maakt de ligplaats van je dromen zoek.
Maar zie, troost is plek met een dak vol loten boven
onze timide gedachten in bange vlucht (vindbaar
in geen wegboek van trouwloosheid). Op spits
gedreven wortelen hier roekeloos voorzichtig bomen.
Zij malen in hun molen onze haast. Hun stil wiel
sluit samen in formule een traagste dans (hier
en hier niet geboren) om onder vreemde hoeken van
verdichting. Vuurgroen. In komen te ruisen verhalen
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.