Indien de Mei niet komen was
zijn voeten wassen in dauwgras;
indien hij niet naar prinsentrant
had uitgegoten over 't land
Zijn rinkel rijke gouden schaal
met klanken in van nachtegaal;
indien de Mei geen bloemen had gewekt,
alwaar hij trapte en trad:
ik had allicht gezwegen
maar nu de Meizon toch mij zoent,
en zachtjes mij de wangen boent
nu zich mijn warme soepele mond
tot klinkend lente-fluiten rondt,
nu mij door lijf en leden trilt.
het leven, dat alom weer rilt
onder en boven en rondom mij;
want het is Mei, want het is Mei,
houd ik mij niet meer tegen;
en zing ik wat ik in mijn gemoed
voor U gevoel, Maria zoet.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.