Nimmer, van erts tot arend, was enig schepsel vrij onder de zon,
noch de zon zelve, noch de gesternten.
Maar geest brak wet en stelde op de geslagen bres de mens.
Uit die eersteling daalden de ontelbaren.
Duchtend zijn hoge blik
deinsden hun zwermen binnen de wet terug
en werden volkeren en stonden elkander naar het leven,
onder nachtgewolkten verward treurspel, dat wereld heet.
Sindsdien werd geen mens vrij dan ontboden van boven zijn dak,
geen volk dan beheerst van boven zijn torens.
Blijve ons dat bij,
verlost als we werden uit het schrikbewind van een onderwereld.
Niet onbeheerst, doch enkel beheerst van boven de wereld
blijft vrijheid ons deel.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.