Ik hoor de slagen van de kerk
De hele uren diep en traag
De halve gaan wat minder laag
Zo doet des nachts de kerk zijn werk
Hij vult de lange donk’re uren
Met troostrijk vol en ferm gebeier
En overstemt daarmee het slap gemeier
Dat dringt door middeleeuwse muren
In lange slapeloze nachten
Geeft hij de nieuwe uren aan
En geeft de fantasie ruim baan
Biedt ruimte aan gedachten
Ik lig en denk aan al die mensen
De buren van de Noordenberg
Zij vatten ook de slaap niet erg
Hoezeer zij dat ook wensen
Dan klinkt het eerste carillon
Eerst aarzelend dan vol
Komen de klanken van de rol
Een teken dat de dag begon
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.