Onduidelijke correspondentie en de nadelige gevolgen, in twee verzen

Geachte Muizenpoot,

Hoe gaat het met U, met mij goed. Wel is alles heel
vervelend, als ik voorover lig gebed in mijn gedachten

aan U ben ik ook heel eenzaam. En onderga de lente
als een flauwte. Dit is mij nu zo vaak al overkomen dat

ik er de klad van in mijn wezen heb en dat tussen het
afgerukte vlees der hyacinten de verplegers van die

bloemen knielen voor vreemdelingen. (Dit heb ik zelf gezien
vanuit de trein naar Haarlem.) Zoiets zondigs en krank-

zinnigs U te schrijven, maar omdat lente van liefde een
aberratie is - en niet omgekeerd - opdat U daar niet in

zal trappen, in een vreemd land en zo eenzaam te dwalen.
(Bepalend voor het lot van zwervelingen enkel herkomst.)

Nu met mijn hart gaat het wel beter, maar de tuin is
verwoest mijn lam, verwoest. En sta ik radeloos onder

onzuiver groen in dit en komende seizoenen: mijn hoofd
tot hatens toe, mijn hout tot bladeren bedorven en

schrijven wij pas mei. Dat hebt U er nu van, mij
's winters te beminnen en 's zomers te dwingen onder

raar lover humorloos en onchinees te wezen, mij, lief
hebbend evenwichtig als een oude man, genegenheid bed-

weterig doen zien ontaarden in het teer, vraatzuchtig
zeuren der libelle-achtige dames, want ik weet mijn plek.

Een teer punt. Een voordeel zo te zien, maar wezenlijker
reden om over in te zitten dan de onbenulligheden die

van onderhonden het gedachtenleven leiden tot in priëlen
van zelfbeklag: zulk lijden slecht gemotiveerd maar zinvol,

want wie, wie vreet mijn spijt? Neem dan de bomen maar, die
bloeiend blind tot vaderloos afvallige vruchten, bederf en

winterkou: en nooit een klacht! Want tot verstommens toe is
liefde hun te moede. Te moede is. Liefde mij te moede, is

liefde mij... etc.,

(handtekening onleesbaar)

Dichter(s): Fritzi ten Harmsen van der Beek

Locatie: Coördinaten: (52.25885, 4.553394)

Taal: Nederlands

Relatie met locatie: bloembollenpoëzieroute

Initiatiefnemer: Adri de Roon

Boek: Geachte Muizenpoot en achttien andere gedichten (1965)

Opmerkingen of wetenswaardigheden: fragment op de tegel: [...] en dat tussen het / afgerukte vlees der hyacinten de verplegers van die / bloemen knielen voor vreemdelingen. (Dit heb ik / zelf gezien vanuit de trein naar Haarlem.) [...] De lange regels van dit gedicht pasten niet op deze tegel (bij de parkeerplaats van Dirk van den Broek in Lisse). Er zijn dus wat aanpassingen gedaan: slecht een deel van de derde en vierde strofe is gebruikt; de witregel tussen beide is achterwege gelaten; de vierde strofe loopt óf in een keer door over twee regels, óf de regelafbreking is geplaatst na ‘ik’ in plaats van na ‘gezien’. Fritzi ten Harmsen van der Beek (1927-2009) was een Nederlandse dichteres. Ook schreef ze verhalen. Ze woonde geruime tijd in een half-vervallen villa in Blaricum waar literaire vrienden uit Amsterdam geregeld langskwamen voor feesten en partijen. In de jaren zestig werd haar werk hoog geprezen maar in haar latere jaren werd de aandacht voor haar werk veel minder. De aangeschreven Muizenpoot in dit gedicht is Peter Vos, een tijdje haar geliefde.

Meer info: deel twee van deze correspondentie: https://www.dbnl.org/tekst/harm009geac02_01/harm009geac02_01_0002.php duiding van het gedicht door Peter Swanborn: https://ooteoote.nl/2021/03/ei-263-f-harmsen-van-beek-de-poezieboys-presenteren-fritzi

Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.