Magdalena zevenvoudig
in de boeien van haar wanen
kon niet bloeien, hoe ontluisterd
liep zij scheldend langs de straten
door de hoven, bij de groeve
ongeschoeid en zonder hoofddoek
kinderen riepen achter hekken
kijki Maria, wat een gekke
Toen zie iemand: kind ik ken je
ik verwacht je, en haar zinnen
gingen open en zij lachte
ach hoe mooi werd toen Maria
en de minnaar - was hij tuinman?
vreemde meester van de graven
bood zijn rozen in de morgen
zevenvoudig Magdalena
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.