ONZE KAT

Onze kat kan ratten vangen,

Dat is waar, dat kan ze fijn;

Maar ze kan ook boter langen

- En dit zou niet mogen zijn!

Moeder stelde gistren morgen

Eenen melkpot op de kas.

- Onze kat was weer verborgen;

Niemand wist er waar ze was.


Moeder ging dan in den kelder

Om wat wortelen, wat selder

En wat spek voor hutsepot:

- Vreezend dat de slimme kater

Daar zou zijn een weinig later

Deed zij nog de deur op slot.



Moeder was nog niet beneden

Of daar kwam, met stille treden,

Onze fijnaard voor den dag,

Uit de wieg, waar 't kind in lag:

Recht naar 't kasken! - daar aan 't krabben!

Wip er op! - en dan aan 't slabben.

Maar zijn kop was juist zoo groot

Dat hij in het potje sloot.

Moeder deed de deur weer open....

Ei! zij zag de kat aan gang,

En greep seffens naar de tang.

Poesje meende weg te loopen;

Doch, niet ziende waar ze was,

Viel zij neder van de kas,

Liep in eens de trappen op

Met den melkpot aan den kop!

Dichter(s): Jan Van Droogenbroeck

Locatie: Coördinaten: (51.0563840086357, 4.2034637499847305)

Taal: Nederlands

Relatie met locatie: De dichter is geboren in Sint-Amands en in de buurt van zijn gedichten is een bib. De straat waar de gedichten hangen is ook genoemd naar hem.

Initiatiefnemer: Gemeentebestuur Sint-Amands

Boek: "Dit zijn zonnestralen" 1873

Naam invuller: Senne Polfliet

Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.