Aan d' Amstel en aan 't IJ, daar doet zich heerlijk open
Zij, die als keizerin de kroon draagt van Europe,
Amstelredam, die 't hoofd verheft aan 's hemels as
En schiet op Pluto's borst haar wortels door 't moeras.
Wat wat'ren worden niet beschaduwd door haar zeilen?
Op welke markten gaat zij niet haar waren veilen?
Wat volken ziet ze niet beschijnen door de maan,
Zij die zelf wetten stelt de ganse oceaan?
Zij breidt haar vleugels uit door aanwas veler zielen,
En sleept de wereld in met overladen kielen.
Welvaren blijv' haar erf, zolang de priesterschap
De raad niet overheerst en blindhokt met de kap.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.