Op de eerste beschreven pagina van mijn verleden,
na meer dan duizend dagen gevuld met wit,
hangt de emma-brug, in open geslagen toestand,
schots en scheef in zijn scharnieren.
Een uitgebrande tank houdt zijn loop
Op mij gericht.
De grote markt brandt als een fakkel
Tegen een onherstelbare lucht.
Nog jaren lang kon je spelen
In oude ondergelopen kelders,
Waar de huizen vanaf waren geslagen
Er zijn plaatsen waar ver weg en dichtbij
Niet meer afzonderlijk bestaan.
Groningen ligt daar, mijn groningen,
Opgeslagen in de kelders van de grote markt
Zodat het licht de beelden
Niet kan verbleken.
Ik roep de dingen bij hun naam.
Ze kijken niet om, maar ik weet dat ze er zijn.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.