Doopt de huiskraai wittebrood in water,
drijft een grauwe gans haar kroost in bad
Scheert een eendenpaar voorbij, schatert
kwakend spetterspat de kippen kleddernat.
Wij rusten roodbruin in een groene wei,
ruiken paarden, varkens, mensen, herten
Moeders warmte, melk en wol dichtbij
vader hoornloos grazend in de verte
Wij zijn de zes pasgeboren lammetjes
van de Goffert, van de kinderboerderij
Wij zijn de zes pasgeboren lammetjes
Op de lente, op de lente wachten wij
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.