Mistige flarden bedekken rivier en oeverland,
likken als tongen dijken,
tevoorschijn doemen glinsterende boegen,
zwart, in kleurrijk morgenlicht,
de zon bevalt.
Op het water nog ijzig koud,
kijk ik verlangend de grijze wereld in,
gebouwen donkerblauw,
nevelachtig,
verzamelen langzaam mijn grote stad
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.